Overheid begint schoorvoetend met handhaven anti-witwasregister
De overheid gaat met ingang van deze week optreden tegen ondernemers die zich nog niet in het UBO-register hebben geregistreerd als bedrijfseigenaar. Sinds 27 maart geldt de verplichting voor eigenaren van ondernemingen om zich aan te melden voor dit register.
Er ontbreken nog gegevens van honderdduizenden bedrijfseigenaren. De eerste vijfhonderd ondernemingen waarvan onduidelijk is wie de eigenaar is, krijgen deze week een brief.
Het UBO-register is in heel Europa ingevoerd en moet het makkelijker maken om witwassen, fraude en het financieren van terrorisme op te sporen. Ook kan het worden gebruikt bij de controle op het naleven van sancties.
Wat is een UBO?
UBO’s (Ultimate Beneficial Owners, oftewel uiteindelijk belanghebbenden) zijn de mensen die de uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over een organisatie. Dit zijn bijvoorbeeld mensen met meer dan 25 procent van de aandelen in een bv. Of mensen die meer dan 25 procent eigendomsbelang hebben in een vof. Een organisatie kan een of meer UBO’s hebben. Organisaties moesten vóór 27 maart 2022 hun UBO’s ingeschreven hebben. (Kamer van Koophandel)
Nederlandse ondernemers kregen vanaf de invoering van het register in september 2020 anderhalf jaar de tijd om de gegevens van hun ‘uiteindelijke belanghebbenden’ door te geven.
Zo was bijvoorbeeld na te gaan dat de Russische oligarch Vagit Alekperov samen met zijn vrouw en zoon eigenaar was van de Nederlandse jachtbouwer Heesen Yachts. Voorheen was dat eigenaarschap verhuld via een ingewikkelde bedrijfsconstructie. Vorige week maakte het bedrijf overigens bekend dat het weer in Nederlandse handen is. De nieuwe eigenaar staat ook in het UBO-register, maar is afgeschermd voor het grote publiek.
Ongeveer 40 procent van alle vennootschappen en organisaties hebben hun ‘uiteindelijk belanghebbende’ nog niet opgegeven. Zo’n 700.000 eigenaren blijven daardoor onder de radar. Dat zijn er veel meer dan verwacht. In een Kamerbrief schreef minister Kaag dat het aantal ontbrekende namen was geraamd op 120.000.
Nu veel meer ondernemers de inschrijfplicht ontduiken is er niet genoeg mankracht om de verplichting te handhaven. Er moeten dus keuzes worden gemaakt, aldus Kaag. Dat betekent dat voorrang wordt gegeven aan handhaving in sectoren waar de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme het hoogst zijn.
Privacy-rechtszaak
Wat ook meespeelt is dat een Kamermeerderheid gevraagd heeft alleen ‘risicogericht te handhaven’ in afwachting van een uitspraak over het UBO-register bij het Europese Hof van Justitie. Die zaak gaat over de vraag of het Luxemburgse UBO-register niet het recht op privacy schendt. Ook Nederlandse ondernemers probeerden met dit argument het register tevergeefs tegen te houden.
Wel is de Nederlandse overheid daardoor terughoudend met het opleggen van boetes en taakstraffen. In eerste instantie stuurt het Bureau Economische Handhaving slechts 500 organisaties die hun eigenaar niet hebben opgegeven een waarschuwingsbrief. Die gaan bijvoorbeeld naar bedrijven die handelen in dure goederen of in een branche opereren met veel contant geld.
Volgende maand volgen nog duizend brieven. De maanden erna gaan er tweeduizend brieven per maand op de bus. In dat tempo duurt het nog bijna dertig jaar voordat alle eigenaren die nu onder de radar blijven een waarschuwing krijgen.
Als een bedrijf twee weken na de waarschuwing nog steeds geen ‘uiteindelijke belanghebbende’ heeft doorgegeven, belt de handhaver met de mededeling dat de eigenaar moet worden ingeschreven. Als dat dan nog steeds niet gebeurt, kunnen er straffen worden opgelegd.
‘De wereld op z’n kop’
Voor privacy-organisatie Privacy First is de schoorvoetende handhaving een stap te veel. “Wij zijn principieel tegen een openbaar UBO-register. Daar gaat ook de Europese zaak over. Ik snap goed dat mensen wachten met het invullen totdat de Europese rechter duidelijkheid geeft”, zegt advocaat Otto Volgenant, die namens Privacy First zaken voerde tegen de invoering van het register. “Wacht dus met handhaven tot de uitspraak er is.”
Daarin heeft hij geen medestander in Jesse Renema, projectleider bij Open State Foundation. “De wereld op z’n kop. Privacy wordt gebruikt als rookgordijn. In het UBO-register zijn maar heel weinig gegevens van eigenaren openbaar. Er is op Europees niveau afgesproken dat dit een belangrijke stap is voor de aanpak van witwassen en corruptie. Dat moet je dat ook aanpakken.”