Nederlands spaargeld op buitenlandse rekening verdubbelde in twee jaar
Nederlanders hebben bijna dubbel zoveel geld op een buitenlandse rekening staan als twee jaar geleden. Toen ging het om 5,6 miljard euro, eind september was dat gegroeid naar 10,5 miljard. Toch is dat minder dan 2 procent van het totale Nederlandse banktegoed.
Dat blijkt uit cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB), die daarbij alleen heeft gekeken naar landen in de eurozone. De groei in de afgelopen twee jaar komt waarschijnlijk doordat rentes bij sommige buitenlandse banken hoger zijn dan bij bijvoorbeeld ING, Rabobank of ABN AMRO.
Zo kun je op een buitenlandse depositorekening 3 tot 4 procent rente krijgen, terwijl dat bij Nederlandse banken vaak beperkt blijft tot 2 tot 3 procent.
Vooral Duitsland is populair. Nederlanders hebben daar 2,3 miljard euro aan spaargeld staan. Op de tweede plek staan Spanje en Estland, met beide 1,5 miljard euro. Procentueel was de stijging het grootst in Italië, Griekenland en de Baltische staten.
Hoewel we de afgelopen jaren tweemaal zoveel geld in het buitenland hebben gezet, gaat het nog altijd om een klein deel van het gehele banktegoed van Nederlanders. Dat bedraagt 577 miljard euro. Slechts 1,8 procent daarvan staat bij een buitenlandse bank.
Spaarders kritisch op banken om lage rente
Nederlandse banken krijgen al enige tijd kritiek dat hun rentes te laag zouden zijn. De banken krijgen zelf zo’n 4 procent rente als ze hun geld bij de Europese Centrale Bank (ECB) stallen. Maar de rente die ze geven aan spaarders ligt lager.
Banken boekten de afgelopen kwartalen flinke winst. Dat kwam onder meer door het verschil in rente dat ze ontvangen en dat ze betalen. Toezichthouder ACM is een onderzoek gestart naar de Nederlandse spaarmarkt en of daar wel genoeg marktwerking is.
Bron: nu.nl