Fiscale maatregelen hoofdlijnenakkoord
Vorige week hebben de formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB hun hoofdlijnenakkoord ‘Hoop, lef en trots’ gepubliceerd. Het hoofdlijnenakkoord en de budgettaire bijlage geven (op hoofdlijnen) inzicht in de fiscale plannen van het nieuwe (nog te formeren) kabinet. Wij gaan in dit bericht in op de fiscale onderdelen.
Vennootschapsbelasting en dividendbelasting
- Verbetering van het vestigingsklimaat staat voorop.
- De generieke renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting (artikel 15b Wet Vpb 1969) kent een drempel: het hoogste van € 1 miljoen of 20% van de gecorrigeerde winst. Het percentage van 20% wordt verhoogd naar 25%; dit komt overeen met het Europees gemiddelde.
- De maatregel om de inkoopfaciliteit voor beursvennootschappen in de dividendbelasting met ingang van 2025 af te schaffen wordt teruggedraaid.
- De fiscale regelingen rondom giften (de giftenaftrek in de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en het geven vanuit de vennootschap) worden de komende jaren beperkt. Een eerste stap wordt gezet in 2025. Per 2028 wordt de giftenaftrek in de inkomstenbelasting geüniformeerd, waarmee verschillende giften gelijk worden behandeld.
Loonheffingen en inkomstenbelasting
- Er komt een lastenverlichting voor werkende middeninkomens per 2025 door bijvoorbeeld invoering van een extra belastingschijf. Dat geniet de voorkeur boven aanpassingen in de arbeidskorting of algemene heffingskorting, omdat een extra schijf meer zichtbaar is.
- De MKB-winstvrijstelling blijft op 12,7%. De verlaging naar 12,03% met ingang van 2025 zoals opgenomen in de Voorjaarsnota 2024 gaat dus niet door.
- Met ingang van 2025 wordt het hoge box 2-tarief weer gesteld op 31%. De verhoging naar 33% wordt dus weer teruggedraaid. Over het lage box 2-tarief wordt niets opgemerkt.
- Voor een tariefsverlaging in box 3 wordt structureel € 100 miljoen beschikbaar gesteld.
NBIn het hoofdlijnenakkoord en de bijlage wordt geen tarief genoemd. Uit de sleuteltabel van het Belastingplan 2024 volgt dat met een tariefsaanpassing in box 3 van 1%-punt € 162 miljoen is gemoeid. Dit zou een tariefaanpassing van ongeveer 0,6% betekenen. - Er vindt geen wijziging plaats in de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait.
- De fiscale regelingen rondom giften (de giftenaftrek in de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en het geven vanuit de vennootschap) worden de komende jaren beperkt. Een eerste stap wordt gezet in 2025. Per 2028 wordt de giftenaftrek in de IB geüniformeerd, waarmee verschillende giften gelijk worden behandeld.
- De AWF-premie voor zowel vaste als flexibele contracten wordt per 2026 met 0,1%-punt verhoogd.
- Per 2027 wordt het eigen risico meer dan gehalveerd naar € 165. Verder wordt het eigen risico getrancheerd op maximaal € 50 per behandeling. Vanwege de lastendekkende financiering van de Zorgverzekeringswet stijgen de nominale premie, inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) en de zorgtoeslag automatisch mee. Om het gewenste koopkrachteffect te bewerkstelligen staat hier voor burgers een compenserende lastenverlichting via de inkomstenbelasting en voor bedrijven via de AOF-premie tegenover.
- Om de doelmatigheid van het fiscale stelsel te vergroten en het stelsel te versimpelen worden in de kabinetsperiode verdere stappen gezet voor het afbouwen van (negatief geëvalueerde) fiscale regelingen en het aanpakken van onbedoelde constructies. Hiervoor is een stelpost opgenomen. Als de stelpost (gedeeltelijk) niet wordt behaald met het afbouwen, afschaffen of aanpakken van fiscale regelingen, dan wordt dat (gedeelte) gerealiseerd via de belastingschijven en heffingskortingen in de inkomstenbelasting via de tabelcorrectiefactor.
- NB In de documenten wordt niet ingegaan op (de versobering van) de 30%-regeling. Wellicht dat de partijen de evaluatie/tussenrapportage van die 30%-regeling afwachten.
Milieuheffingen
- Het verhogen van de 3e, 4e en 5e schijf energiebelasting (meer dan 170.000 m3 aardgas per jaar) op aardgas met 22,4% per 2025 en 2,7% extra per 2030, zoals aangekondigd in de Voorjaarsnota 2024, wordt teruggedraaid.
- Het tarief in de 1e en 2e schijf aardgas (tot en met 170.000 m3) wordt in 2025 verlaagd met 2,8 cent per m3, oplopend naar 4,8 cent per m3 in 2030 (in prijspeil 2024).
- De in de Voorjaarsnota 2024 aangekondigde verhoogde CO2-heffing gaat niet door.
- De salderingsregeling voor kleinverbruikers wordt met ingang van 1 januari 2027 beëindigd.
- De huidige accijnsverlaging op brandstoffen wordt met een jaar verlengd tot en met 2025. De rode diesel wordt met ingang van het jaar 2027 heringevoerd voor de landbouwsector.
- Met ingang van het jaar 2028 wordt een circulaire plastic heffing ingevoerd.
- Een gedifferentieerde vliegbelasting naar afstand wordt ingevoerd per 2027.
Btw
- Het verlaagde btw-tarief op logies wordt grotendeels afgeschaft met ingang van het jaar 2026. Het btw-tarief voor logies gaat van 9% naar 21%. Het huidige lage btw-tarief voor kampeerterreinen blijft behouden en is uitgezonderd van de verhoging.
- Het huidige lage btw-tarief voor culturele goederen en diensten wordt grotendeels afgeschaft met ingang van het jaar 2026. Het btw-tarief gaat van 9% naar 21%. Het huidige lage btw-tarief voor dagrecreatie en bioscopen blijft behouden en is uitgezonderd van de verhoging.
Kansspelbelasting
- De kansspelbelasting wordt per 2025 verhoogd van 30,5% naar 37,8%.
Varia
- Een ruimhartige vrijwillige en langdurige stoppersregeling op het gebied van landbouw en tuinbouw vindt fiscaal vriendelijk plaats.
- Er komt meer autonomie voor medeoverheden, onder meer door een belasting op ongebouwde grond met een woonfunctie.
- Het bouwen van (private) huurwoningen wordt gestimuleerd door het verminderen van de regeldruk en waar mogelijk de belastingdruk.
- Meer werken moet meer lonen. Aangegeven is dat er een lastenverlichting op arbeid moet komen en de marginale druk moet worden verlaagd, bijvoorbeeld door een extra schijf in de inkomstenbelasting.
- Er wordt wetgeving voorbereid voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel.
Commentaar KPMG Meijburg & Co
In het hoofdlijnenakkoord staan veel concrete, maar ook minder concrete fiscale plannen. Door de variëteit van plannen zal vrijwel iedereen ermee worden geconfronteerd. Er is aandacht voor het (fiscale) vestigingsklimaat en het milieu, waardoor het ondernemen in Nederland beter zal worden. Een nieuw kabinet lijkt
EU-regelgeving voortaan niet strenger te implementeren dan nodig. Op het gebied van wonen zijn er veel plannen, maar de fiscale regelingen blijven onaangetast. De cultuursector moet zich voorbereiden op hogere btw-tarieven.
Op de lange termijn wordt het toeslagen- en belastingstelsel herzien. Wat ons opvalt, is dat in het hoofdlijnenakkoord niets concreet wordt gezegd over box 3, over de bedrijfsopvolgingsregelingen, de 30%-regeling en over verlaging van overdrachtsbelasting. Onderwerpen die de afgelopen tijd toch veel aandacht kregen.
Bron: KPMG Meijburg