Btw-vrijstelling medische beroepsbeoefenaren opnieuw onderwerp van discussie
Vorig jaar heeft de Rechtbank geoordeeld dat een registerpodoloog de btw-vrijstelling voor de gezondheidskundige verzorging van de mens kan toepassen. Aangezien de Belastingdienst geen hoger beroep heeft aangetekend is de uitspraak definitief geworden. Dit is interessant voor registerpodologen maar ook voor andere medisch beroepsbeoefenaren die niet onder de Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (hierna: Wet BIG) vallen, aangezien hierdoor de discussie over de btw-vrijstelling opnieuw wordt opgelaaid. In dit artikel informeren wij u nader over deze uitspraak en de gevolgen hiervan.
Toepassing btw-vrijstelling podotherapeuten tegenover podologen
In deze zaak ging het om de vraag of een registerpodoloog – net als een podotherapeut – de medische btw-vrijstelling kan toepassen. Het karakter van (een deel van) de dienstverlening verschilt minimaal. Echter, een podotherapeut heeft een specifieke hbo-opleiding gevolgd en de registerpodoloog in de uitspraak een opleiding aan de Academie voor Podologie, welke niet geregistreerd is in de Wet BIG. De Rechtbank is van oordeel dat de vrijstelling van toepassing is, omdat de diensten van de registerpodoloog van hetzelfde kwaliteitsniveau zijn als de diensten van de podotherapeut, ondanks het verschil in opleiding. De Rechtbank baseert dit oordeel hoofdzakelijk op een rapport van de brancheorganisatie Stichting Landelijk Overkoepelend Orgaan voor de Podologie (Stichting Loop) waarin een vergelijking is gemaakt tussen de podoloog en de podotherapeut anno 2017. Uit het rapport blijkt – aldus de Rechtbank – dat beide beroepen eenzelfde kwaliteitsniveau hebben. Beide opleidingen voldoen qua eindniveau namelijk aan dat van startbekwame beroepsbeoefenaar op hbo-bachelor niveau. De Rechtbank laat ook meewegen dat de registerpodoloog staat ingeschreven in een kwaliteitsregister (en in samenhang hiermee is aangesloten bij Stichting Loop) waarmee de erkenning als podoloog wordt gewaarborgd.
Gevolgen uitspraak
Met deze procedure hebben de wetgever en de Belastingdienst wederom een slag verloren bij het inperken van de medische btw-vrijstelling. De koppeling met, en het vereiste van, de Wet BIG voor toepassing van de vrijstelling wordt ook nu weer, ondanks aanpassing van de wet in 2013, door de rechter onderuit gehaald. De staatssecretaris heeft namelijk al eerder op basis van rechtspraak zijn beleid moeten aanpassen, door de vrijstelling ook toe te staan aan medische beroepsbeoefenaren die een gelijkwaardig kwaliteitsniveau kunnen aantonen. De huidige zaak geeft daar verder vorm aan en geeft weer nieuw voer voor verdere discussies en procedures. Daarbij lijkt er dus (nog meer) ruimte te zijn voor beroepsbeoefenaren, die vergelijkbare handelingen verrichten en opleidingen hebben gevolgd als hun ‘Wet-Big-concullega’s’, om (toch) de medische btw-vrijstelling te kunnen toepassen.
Gevolgen voor u als medisch beroepsbeoefenaar
Terug naar de concrete casus. In de praktijk kan het ingewikkeld zijn om aan te tonen dat de behandelingen beschikken over hetzelfde kwaliteitsniveau als die van de ‘Wet BIG-concullega’. De registerpodoloog in deze zaak is hierin dus geslaagd en kan de vrijstelling op de dienstverlening toepassen. Uit deze uitspraak kan de conclusie worden getrokken dat een registerpodoloog met een opleiding aan de Academie voor Podologie en een inschrijving in het kwaliteitsregister de medische btw-vrijstelling kan toepassen. Let op: de uitspraak betekent niet dat elke podoloog de vrijstelling kan toepassen. De Belastingdienst is namelijk over het algemeen kritisch op de toepassing van btw-vrijstellingen. Er dient dus per geval te worden beoordeeld of sprake is van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau bij de dienstverlening van niet-BIG’ers, zoals podologen, ten opzichte van BIG’ers, zoals podotherapeuten. Naar aanleiding van deze uitspraak zijn er mogelijkheden om de vrijstelling ruimer toe te passen.
Ons advies is om uw btw-positie goed te (laten) beoordelen. Houd er bovendien rekening mee dat de toepassing van de vrijstelling gevolgen heeft voor uw btw-aftrek. De btw op de kosten die betrekking hebben op de consulten is niet meer aftrekbaar. Toepassing van de vrijstelling heeft ook gevolgen voor de aftrekbaarheid van de btw op gemengde kosten, zoals accountantskosten. Deze is slechts gedeeltelijk (naar rato) aftrekbaar.
Bron: BDO