De DGA en afrekening bij overlijden over waarde BV
Aanmerkelijk belang, Bedrijfsopvolging, DGA-problematiek, Erfbelasting, Huwelijks voorwaarden, Onroerende zaken, Partnerschap, Schenkbelasting
Op een gegeven moment vraagt elke DGA zich af hoe hoog de belastingheffing bij overlijden zal zijn over de aandelen van zijn of haar BV, zeker in het geval die aandelen een behoorlijke waarde vertegenwoordigen. De afrekening bij overlijden kan zonder voorbereidingen oplopen tot 46,4% over de werkelijke waarde van de aandelen. Deze eindafrekening zal de DGA zoveel mogelijk willen verminderen. Als de DGA in gemeenschap van goederen is gehuwd, vindt er bij overlijden een afrekening over de helft van de aandelen plaats. De aandelen behoren dan namelijk tot de huwelijksgemeenschap.
Heffing aanmerkelijk belang
In beginsel moet er bij overlijden in de inkomstenbelasting worden afgerekend over de werkelijke waarde van de aandelen in de BV, minus de verkrijgingsprijs van die aandelen.
De heffing over het aanmerkelijk belang bedraagt 24,5% over de eerste € 67.000 en 33% over het meerdere.
Erfbelasting
Daarnaast is er de heffing van de erfbelasting over de werkelijke waarde van de aandelen, verminderd met de aanmerkelijk belang heffing.
Als de partner erft geldt een vrijstelling van € 795.000, en pas daarboven is er sprake van heffing van erfbelasting. Voor kinderen die erven is de vrijstelling ‘slechts’ € 25.000 per kind.
Boven de vrijstelling bedraagt de erfbelasting 10% over de eerste € 150.000 en 20% daarboven.
Gecombineerde heffing
Gecombineerd kan de belastingheffing over de waarde van de aandelen bij overlijden oplopen tot 46,4%, dus gaat bijna de helft van de waarde van de aandelen naar de belastingdienst. Als er sprake is van stille reserves in de BV, zoals meerwaarde in effecten en panden, kan de uiteindelijke gecombineerde heffing oplopen tot 60%!
Er zijn echter afhankelijk van de omstandigheden wel manieren om beide heffingen te verminderen of uit te stellen. Ik zal deze hieronder kort behandelen, en zal beginnen met een BV met een actieve onderneming.
BV met een actieve onderneming
Als sprake is van een actieve onderneming in de BV, dan kunnen de aandelen met een flinke belastingvrijstelling vererven naar of geschonken worden aan de volgende generatie. Dit wordt ook wel bedrijfsopvolgingsregeling of BOR genoemd.
Om voor de vrijstelling erfbelasting in aanmerking te komen moet de DGA bij een overlijden de aandelen tenminste een jaar in bezit hebben gehad, en bij een schenking tenminste 5 jaar.
Er is ook sprake van ondernemingsvermogen indien de DGA via de eigen BV indirect tenminste 5% van de aandelen in een andere actieve BV in bezit heeft.
De vrijstelling voor de erf- en schenkbelasting bedraagt in 2024 € 1.325.000 en 83% over het meerdere. De heffing komt dan uit op maximaal 3,4% over de waarde van de erfenis, in plaats van maximaal 20%! De erfgenamen moeten de aandelen in de BV wel 5 jaar in bezit houden, en gedurende die periode de onderneming in de BV ook voortzetten.
Ook voor de aanmerkelijk belang heffing hoeft er bij overlijden van de DGA niet afgerekend te worden, deze heffing wordt doorgeschoven naar de erfgenamen. Voor deze vrijstelling gelden geen bezits- of voortzettingstermijnen. Daarnaast is het testament ook van belang. Bij een onjuist opgesteld testament kan het gebeuren dat de vrijstellingen niet of minder voordelig toegepast kunnen worden.
BV met beleggingsvermogen
Voor zover er sprake is van beleggingsvermogen kan er geen gebruik worden gemaakt van de vrijstellingen van de BOR-regeling. In deze situatie moeten er andere besparingsprogramma’s worden opgezet, om de gecombineerde heffing van 46,4% te voorkomen. Hierbij kunt u denken aan het opstellen van een flexibel (keuze)testament, waar naar gelang van de omstandigheden op het moment van overlijden de meest gunstige keuzes gemaakt kunnen worden. Verder kunt u denken aan een schenkingsprogramma aan de kinderen en/of kleinkinderen.
Ook kunt u het beleggingsvermogen weer omzetten in ondernemingsvermogen, door een 5% of nog beter een 10% % belang te verwerven in een BV met een actieve onderneming. De heffing kan dan over dat deel van het vermogen teruggebracht worden van 46,4% naar 3,4%!
Tot slot adviseren wij sommige mensen en afhankelijk van de omstandigheden om staande het huwelijk de huwelijksgemeenschap op te heffen en te verdelen, of een uitsluiting van elke gemeenschap juist om te zetten in een huwelijksgemeenschap. Voor geregistreerde partners geldt hetzelfde.
Het aangaan of opheffen van een (huwelijks)gemeenschap luistert zeer nauw en moet in samenspraak met de notaris goed uitgevoerd worden. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld de aandelen (gedeeltelijk) in het vermogen van de ene partner worden geplaatst, waardoor de afrekening bij overlijden van de andere partner sterk wordt verminderd.
Daarnaast kan de verdeling van een (huwelijks)gemeenschap zodanig vorm worden gegeven, dat bij overlijden van de langstlevende partner nogmaals een belastingbesparing wordt bereikt.
Bron: MeesterVelde Fiscaal Advies