Een op vijf regels voor mkb niet werkbaar
Het mkb vindt dat 21 procent van alle verplichtingen op het gebied van wet- en regelgeving slecht of niet werkbaar is. Dat blijkt uit de voortgangsrapportage over regeldruk van het ministerie van Economische zaken. Ondernemersverenigingen pleiten voor ‘harde reductiedoelstellingen’.
VNO-NCW, MKB-Nederland en een aantal brancheorganisaties lezen in de rapportage zelfs dat ‘bijna een derde van de regels nauwelijks uitvoerbaar is voor ondernemers’. Zij vinden dat in toenemende mate extern advies nodig is om überhaupt aan regelgeving te kunnen voldoen. ‘Met alle transities die gaande zijn en de investeringen die dat vraagt, hebben ondernemers lucht nodig. Verminderen van de regeldruk, onder andere door meer uitzonderingen voor het mkb en het schrappen van onwerkbare regels, is een van de makkelijkste en goedkoopste dingen die een nieuw kabinet kan doen om hun wat meer ruimte te geven.’ De ondernemersclubs wijzen naar de doelstelling van de Europese Commissie om 25 procent van de rapportageverplichtingen te schrappen. ‘In Nederland is zelfs méér nodig.’
Advies vaak nodig
Volgens de zogeheten MKB Indicatorbedrijven, die de regeldruk weergeven in zes sectoren, moeten ondernemers voor twee derde van de verplichtingen extern advies inhuren omdat ze zo complex zijn. ‘Bij 15 tot 20 procent is externe inhuur zelfs wettelijk verplicht. Daar zijn hoge kosten mee gemoeid en ook daar moet het mes in’, vinden de ondernemersorganisaties. De rapportage geeft ook aan dat de regeldruk voor kleinere bedrijven het hoogst is. Een goede reden om kleine bedrijven veel vaker uit te zonderen van nieuwe en bestaande wetgeving, aldus de ondernemersorganisaties. De regeldruk is vooral een pijnpunt op het gebied van werkgeverschap.
Regeldrukmonitor
Op www.regeldrukmonitor.nl wordt bijgehouden hoe de regeldrukkosten zich ontwikkelen. Vorig jaar ging het structureel om 164,5 miljoen euro, tegen maar 27,6 miljoen euro in 2021. Daar kwam nog 115 miljoen aan eenmalige kosten bij. Dit jaar staat de teller tot en met juli op 52 miljoen euro aan structurele en 190 miljoen euro aan eenmalige kosten.