Opdrachtgever moet zelfstandigheid zzp’er bewijzen
De bewijslast omtrent het wel of niet als zelfstandige werken komt bij de werkgever te liggen. Dit blijkt uit de ‘Hoofdlijnenbrief Arbeidsmarkt’ van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hierin heeft de minister de plannen van het kabinet uiteengezet om de arbeidsmarkt te hervormen. Zo komt er een uitwerking van het begrip ‘gezag’. De gezagsverhouding is namelijk het voornaamste criterium waarover veel onduidelijkheid bestaat bij de beoordeling van arbeidsrelaties.
Als het aan het kabinet ligt, moet u als opdrachtgever gaan bewijzen dat een zzp’er niet in dienst is. U zult dus moeten aantonen dat een zzp’er ook echt als zelfstandige werkt en dat u dus geen loonheffingen hoeft in te houden. Dit moet ervoor gaan zorgen dat de uitbuiting van schijnzelfstandigen verdwijnt en zzp’ers beter beschermd worden.
Daarnaast wil het kabinet ook andere knelpunten aanpakken. Zo maakt het fiscaal gezien uit of iemand een zzp’er of werknemer is. Een zzp’er die voldoet aan het urencriterium heeft namelijk recht op ondernemersaftrek. Dit onderscheid wil het kabinet verkleinen door de snellere afbouw van de zelfstandigenaftrek. Ook is in het regeerakkoord al afgesproken dat er op termijn een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen komt.
Fiscus gaat vanaf 2025 controleren op schijnzelfstandigheid
Het valt niet altijd mee om onderscheid te maken tussen een ‘echte’ zelfstandige en iemand die in naam wel zzp’er is, maar in feite gelijk valt te stellen aan een werknemer. Tot 2016 moest in dit soort gevallen de Verklaring Arbeidsrelaties (VAR) uitkomst bieden. In 2016 is de VAR vervangen door de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA). Die wet werkt met modelcontracten voor sectoren, waarmee opdrachtgever en opdrachtnemers konden aantonen dat er géén sprake was van een dienstbetrekking. De Wet DBA bleek op z’n zachtst gezegd geen succes. Daarom is destijds besloten om de handhaving op deze regels op te schorten. Alleen bij ‘kwaadwillende’ werkgevers kan de Belastingdienst momenteel handhavend optreden en eventueel een correctie, naheffingsaanslag of boete opleggen. Aan deze situatie komt vanaf 1 januari 2025 een eind, meldt het kabinet. Vanaf dan stopt de handhavingspauze. Tegelijkertijd merkt het kabinet op dat ‘enige vorm van onrust’ onvermijdelijk is, nu de handhaving zo lang heeft stilgelegen. De Belastingdienst zal straks ook vooral gaan inzetten op het geven van duidelijkheid vooraf, zodat werkgevers weten waar ze aan toe zijn. Het kabinet komt in het najaar nog met een brief over werken als zelfstandige.
Bron: Belastingbelangen