Ruim helft huisartsen twijfelt over toekomst in de gezondheidszorg
Nog geen 20 procent van de huisartsen in Nederland verwacht over vijftien jaar dat beroep nog uit te oefenen, blijkt uit onderzoek van journalistiek collectief Spit voor De Groene Amsterdammer en Trouw.
Van de 620 geënquêteerde huisartsen vindt ruim 90 procent het vak te zwaar voor een vijfdaagse werkweek van gemiddeld 59 uur. Ruim de helft van deze artsen weet niet of ze de komende vijftien jaar zullen doorgaan met hun werk.
Spit voerde ook uitgebreide gesprekken met twintig huisartsen. Meerdere van hen zeiden dat ze zich ‘het afvoerputje’ van de zorg voelen, vanwege de vele extra taken die ze op hun bord krijgen.
De wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg, het gebrek aan opvang voor ouderen en personeelstekorten in de thuiszorg zijn enkele oorzaken van de verhoogde werkdruk die de huisartsen ervaren.
Steeds minder huisartsen hebben eigen praktijk
Veel jonge huisartsen zien door de werkdruk af van een eigen praktijk. Ze werken liever als zzp’er. Dan hebben ze namelijk meer invloed op hun werkdagen en -tijden.
In 2010 werkte nog 10 procent van de huisartsen als zzp-invaller. In 2019 was dit al 20 procent.
Vanwege het tekort aan huisartsen is de betaling als zzp’er goed. Waarnemers en invallers hoeven daarnaast geen praktijkruimte te huren of te kopen en personeel aan te nemen.
Huisartsen met een eigen praktijk die met pensioen willen, vinden vooral buiten de grote steden geen opvolgers, blijkt uit het onderzoek van Spit. Hun praktijken worden regelmatig overgenomen door commerciële bedrijven die met zzp’ers werken. In die praktijken bouwen huisartsen en hun cliënten niet langer een vertrouwensrelatie op, is te lezen in het onderzoek.
Bron: NU.nl