Uitstel jaarverantwoording 2024?
De Wet toetreding zorgaanbieders (‘WTZa’) omvat verschillende verplichtingen voor zorgaanbieders, waaronder de jaarverantwoordingsplicht. Voor de boekjaren 2022 en 2023 is – gelet op de overgangsperiode – een pauzeknop ingedrukt voor eerstelijnszorgaanbieders die al zorg verleenden vóór 1 januari 2022 én nog geen financiële verantwoording over boekjaar 2021 openbaar dienden te maken. In een eerder artikel hebben wij uitgebreid stilgestaan rondom deze pauzeknop. Nu het einde van het boekjaar 2024 nadert, dient de openbaarmaking van de jaarverantwoording straks voor 1 juni 2025 plaats te vinden. Of toch niet? In dit artikel gaan wij in op de uitstelmogelijkheid voor de jaarverantwoording van boekjaar 2024.
Beleidsregel
De NZa heeft de Beleidsregel Uitstel jaarverantwoording vastgesteld op 12 november 2024. In deze beleidsregel wordt o.a. de mogelijkheid ingebouwd om uitstel te verlenen voor het tijdstip van het openbaarmaking van de jaarverantwoording voor zorgaanbieders die nog niet eerder een jaarverantwoording hebben openbaargemaakt. Hoewel de NZa terughoudend om dient te gaan met deze bevoegdheid, maakt zij wel gebruik van deze mogelijkheid. Hiermee laat de NZa ruimte voor zorgaanbieders voor wie de jaarverantwoording nieuw is en kennismaken met de bijbehorende verplichtingen.
Uitstelverzoek
Als een zorgaanbieder gebruik wil maken van de mogelijkheid om de jaarverantwoording later openbaar te maken, dient hij een uitstelverzoek in te dienen. Iedere zorgaanbieder die onder de pauzeknop viel, kan volgens deze beleidsregel een uitstelverzoek indienen.
Een uitstelverzoek dient te worden ingediend via het daartoe bestemde aanvraagformulier, zo volgt uit artikel 4 Beleidsregel. Het aanvraagformulier is echter nog niet online te vinden. De aanvraag moet worden ingediend vóór 1 april 2025 en dient een toelichting te bevatten waarom het uitstel wordt aangevraagd.
Wanneer wordt er uitstel verleend?
Er kan uitstel worden verleend aan de zorgaanbieder, indien er sprake is van ‘bijzondere omstandigheden’. Een voorbeeld van een bijzondere omstandigheid is ‘overmacht’, die het de zorgaanbieder onmogelijk maakt de jaarverantwoording juist en volledig aan te leveren binnen de wettelijke termijn. Deze onmogelijkheid houdt in dat de zorgaanbieder geen actie kan ondernemen (of laten ondernemen door anderen) om de jaarverantwoording tijdig te openbaren.
In de beleidsregel is vastgesteld dat er ook sprake is van een bijzondere omstandigheid wanneer de zorgaanbieder voor de eerste keer een jaarverantwoording open moet maken op grond van artikel 40b Wmg. Praktisch gezien houdt dit in dat aan alle zorgaanbieders die onder de pauzeknop vielen en een uitstelverzoek indienen het uitstel zal worden verleend. De reden hiervoor is dat de kans op fouten bij de voorbereiding, het indienen en het openbaren van de jaarverantwoording groter is in het eerste jaar dat een verantwoording moet worden afgelegd. De NZa vindt het wenselijk dat zorgaanbieders die tegen onvoorziene omstandigheden bij de jaarverantwoording aanlopen, niet direct doorstromen naar het formele handhavingsproces. Na het eerste jaar verwacht de NZa dat deze zorgaanbieders voldoende kennis en ervaring hebben opgedaan om de opvolgende jaren de jaarverantwoording tijdig te kunnen openbaren, behoudens situaties van overmacht.
Daarnaast is bepaald dat het uitstel wordt verleend tot 31 december 2025, wat betekent dat de zorgaanbieder uiterlijk 30 december 2025 de jaarverantwoording openbaar dient te maken.
Conclusie
Alle zorgaanbieders die onder de pauzeknop vielen en tijdig een uitstelverzoek (dus voor 1 april 2025) indienen, krijgen uitstel tot 31 december 2025 om hun jaarverantwoording te openbaren. Tot slot zijn er onlangs ook andere inhoudelijke wijzigingen ten aanzien van de jaarverantwoording doorgevoerd. Het is raadzaam om ook de inhoudelijke wijzigingen te bestuderen, alvorens de stukken worden opgesteld.
Bron: Eldermans Geerts